Er zit alweer een week “thuisquarantaine” op. Ik had het niet verwacht: de tijd lijkt nu wel nog sneller te gaan dan tijdens een gewone werkweek. Ik denk dat dat komt omdat je nu eigenlijk twee banen hebt die je tegelijkertijd vervult: het moeder zijn en je ‘normale’ werk. Vorige week deelde ik mijn tips om met een peuter en kleuter in huis het leuk te houden. De dagen enigszins gestructureerd door te komen. In deze update vertel ik over de struggles waar ik de afgelopen dagen tegen aanliep. En over hoe ik bij Scott vinger aan de pols houd hoe het met hem gaat.Β 

Scott en Het Kleurenmonster

“Hoe gaat het met je, Scott?” Deze vraag stel ik niet zo aan Scott. Dan zou ik een gek antwoord krijgen. Of alleen: “goed”. Zoals veel kleuters eigenlijk nooit wat uit zich zelf vertellen op dat vlak. Vooral jongens niet.

Daarom heb ik een andere aanpak bedacht om te peilen hoe het mijn kleuter gaat. Ik heb het kinderboek Het Kleurenmonster gekocht. Een boek dat Scott in zijn klas ook heeft. Daar wordt het boek regelmatig besproken en gebruikt. In de sporadische verhalen die Scott uit zichzelf vertelt, kwam dit bijzondere boek een paar keer naar voren. Dat moet dus een goed boek zijn πŸ˜‰

Het boek begint met een monster dat in de war is. Hij is alle kleuren door elkaar. Een meisje wilt hem helpen. Ze zegt dat hij zijn gevoelens op een rijtje moet zetten. Ze geeft hem potjes. In elk potje kan een kleur, een gevoel. Zo geven ze elke kleur uit het kleurenmonster een plekje. Blijdschap, verdriet, woede, angst en kalmte.

Aan het eind van de middag begon ik het gesprekje: “Het Scott, hoe gaat het nu met je? Hoe vind je het dat je niet naar school kan? Dat je juf en vriendjes zo lang niet kan zien? Niet samen kan spelen? Best wel een beetje gek toch?”. Een hoop vragen achter elkaar voor zo’n klein mannetje. I know. Volgende keer ga ik het gesprek beter inleiden πŸ˜‰ Hij gaf ook nog geen antwoord.

Vervolgens vroeg ik hem om te denken aan het kleuren monster. Welke kleur zou je nu zijn? Scott antwoordde dat hij zich geel voelde: blijdschap. Omdat ik zie dat hij school mist en het contact met leeftijdgenootjes, verbaasde me die keuze wel een beetje. Ik had eerder op blauw gegokt, verdrietig.

“Blijdschap is aanstekelijk. Het straalt geel als de zon en schittert als de sterren. Als je blij bent, lach je, spring je, dans je, speel je… Je wilt dit gevoel met iedereen delen.”

Ik vroeg hem waarom hij voor geel had gekozen. Zijn uitleg: “Ik voel me blij. Omdat ik niet heel lang meer hoef te wachten tot ik naar huis mag”. Vind je het dan niet fijn op school? “Jawel, maar ik vind thuis nΓ³g leuker!”.

Het Kleurenmonster kinderboek

En hoe gaat het nu met ons als gezin en onze aanpak?

Afgelopen vrijdag voelde ik me echt zowat depressief. Het idee van een lockdown hing als een zwaard van Democles boven mijn hoofd. In het weekend heb ik me groen en geel geΓ«rgerd aan al die mensen die massaal dezelfde plekken op zochten. Aan de mensen die geen 1,5m afstand hielden. En dat terwijl onze kinderen niet eens in de buurt van hun oma mogen komen. Woest was ik. Het weekend vond ik daarom zwaar. Ook omdat – hoe je het wendt of keert – de hele week al op een soort weekend leek. Het enige verschil is dat Hans en ik wat voor ons werk moesten doen.

Schuldgevoel

Deze nieuwe week begonnen we allebei met een aantal deadlines. Ik moest onverwachts stukken schrijven over hoe we in Amsterdam waarborgen dat het bouwen veilig kan blijven gaan. Door deze focus en deadlines, kwam ik amper aan onze aanpak voor het thuisblijven thuis. Ook Hans rondde vandaag en gisteren zijn huidige opdracht af. Gevolg: ik dacht totaal niet meer aan het neerleggen van provocaties en stimuleerde ook niet de kinderen om te gaan spelen. Vrijwel de hele dag werd er gisteren filmpjes gekeken. Vandaag lukte het gelukkig al een stuk beter om ze bij de schermen vandaan te houden. Morgen ga ik na mijn chagrijnige weekend en mijn twee drukke eerste dagen van de werkweek, weer beter op onze dagindeling letten. Want die hielp vorige week wel erg fijn!

Ik merk ook dat Hans en ik samen hier ook nog onze weg in moeten vinden. Ons werk is allebei belangrijk. Ik hoor dat collega’s keurig de dagen verdelen. De vrouw in de ochtend, de man in de middag. Of de dagen in zijn geheel verdelen. Helaas is dat voor ons nog niet gelukt. En als we goed aan ons systeem houden dat we vorige week hebben geΓ―ntroduceerd, hoeven zulke afspraken ook niet te worden gemaakt. Het kan best flexibel blijven. Maar dat betekent wel dat de één de ander en zijn/haar werk even voorrang moet geven. We kunnen niet allebei een hele complete werkdag op één dag maken.

Vermoeidheid

Je zou denken dat je zo thuis toch aan je rust komt. We hoeven niet vroeg de deur uit. Geen dagelijkse routine om iedereen de deur uit te krijgen. Toch zijn we allemaal doodop. Het is echt een andere dynamiek zo: alle dagen van de week met zijn viertjes doorbrengen. Alleen je huis, thuis en het park zien. Boodschappen brengen naar mijn moeder zijn hoogtepuntjes van mijn dagen zeg maar. Kortom: ons energielevel is laag. Ook die van de kinderen. Skye slaapt elke dag van half één tot half vier. Heerlijk hoor! Maar voor de corona crisis was ik al blij dat ze krap een uurtje nog sliep ’s middags! Wat een verschil, nietwaar?

We zijn trouwens ook weer in onze oude valkuil getrapt: we gaan elke avond te laat naar bed. Niet goed voor onze energie en onze lontjes!

Veranderingen in gedrag van de kinderen

Op social media gaat een mooie brief van een Amerikaanse docent rond. Daarin wordt opgeroepen om niet te doen alsof je kinderen thuis op school zijn, het is niet erg als ze niet hun opdrachten altijd willen uitvoeren. In die brief wordt gewezen op dat (kleine) kinderen goed door hebben dat dit een ongewone situatie is. Het vergt energie van ze. Net als van ons. Verandering in gedrag kun je dus verwachten, is de boodschap van die docent.

Bij Scott en Skye zie ik wel een paar dingen versterkt worden. Geen ernstige gedragsproblemen. Wel dingen die ons als ouders leegtrekken. En ook irritant voor hun zelf zijn. Dit is mijn ‘hulpvraag-lijstje’:

  • Β Scott en Skye kunnen goed zelfstandig spelen. Scott zie ik alleen continue het spel van Skye doorbreken: “Skye, ik doe dit, dat…. Skye, wil je dit ook”? Ik krijg er een punt hoofd van. Ik zeg wel steeds dat hij het niet moet doen, maar de boodschap is nog niet overgekomen. Vanuit gedragsbeΓ―nvloeding weet ik ook dat als ik zeg dat hij het niet moet doen, dat niet een effectieve strategie is om hem te verleiden tot ander gedrag.
  • Scott heeft nu goed door dat hij ouder, sneller en handiger dan Skye is. Als zij ergens mee speelt en het even weglegt, pakt hij het snel. Skye gaat dan – natuurlijk – piepen en hij roept dan heel bijdehand: “Het lag vrij dus dan mag ik het pakken!”. Als ik zeg dat hij het terug moet geven, is hij weer gepikeerd natuurlijk.
  • Ze hebben geen geduld aan tafel. Dat uit zich bij Scott in nog slechter eten (vooral in de avond). Skye gaat nog meer spelen en vieskezen met haar eten.
  • Elkaar slaan. Ze zijn wat ze op school/kinderdagverblijf hebben geleerd over “Stop! Hou op!” compleet vergeten. Zint iets ze niet, dan krijgt de ander vrijwel meteen een klap. Skye varieert daarbij nog met knijpen.

Alle tips omdat gedrag om te buigen zijn meer dan welkom!