Zo nu en dan krijg ik de vraag waarom ik eigenlijk de naam Dirksdotter gebruik op instagram en mijn blog. Voor mij is dat natuurlijk heel vanzelfsprekend. Maar ik snap dat het geen gebruikelijke naam is. Het is namelijk een heel persoonlijk verhaal…

Vaderskindje

Hoe gek ik ook op mijn moeder ben en hoe lief zij ook is, eigenlijk was ik altijd een vaderskindje. Met zijn joviale grappen en Amsterdamse geklets was het nooit saai op verjaardagen en feestjes. Een echte vader die speelde met zijn kinderen was het niet. Enorm trots op ons was hij wel. Mijn vader herkende je aan zijn markante uiterlijk: een flinke bos haar en een grote krulsnor. Die snor was zijn trots. Elke ochtend werd die trouw en met geduld (dat hij verder niet altijd had ;-)) in de perfecte krul gedraaid. Als mijn vader en moeder kibbelden, noemde zij hem altijd zeiksnor.

Helaas moeten we hem missen

Zoals je waarschijnlijk al hebt opgemerkt, schreef ik hiervoor over mijn vader in verleden tijd. Op 20 mei 2009 overleed hij plotseling. Die ochtend deed hij nog gehoorzaamheidsexamen met hun nieuwe hond (die ze vlak nadat wij Harry kregen namen omdat mijn vader steeds treuriger werd dat hij geen nieuwe hand en mijn moeder dus maar instemde). Toen hij daarvan thuis kwam, werd hij onwel in het nabijzijn met mijn moeder. De ambulance kwam en hij werd snel weggebracht naar het Boven IJ ziekenhuis bij ons in de buurt. Hij kwam weer bij en wat later mochten we allemaal even bij hem op bezoek. Terwijl ik mijn tranen probeerde te bedwingen, zei ik: “Je hebt ons wel laten schrikken, pap!”. Hij maakte weer volop zijn flauwe grappen en we lieten hem in een vrolijke toestand achter. Die nacht zijn mijn oudste zus en mijn moeder nog hals over de kop met hem in een ambulance naar universitair medisch ziekenhuis gereden omdat ze bang waren dat er een hersenbloeding gaande was. De uitslagen waren goed dus hij werd weer terug naar Noord gebracht. Ook nu lieten mijn moeder en zus hem in aanspreekbare toestand achter.

De volgende zondagochtend ging ik met mijn moeder weer naar het ziekenhuis. Wat we daar aantroffen, hadden we nooit verwacht. Mijn vader lag te schokken op het bed en was niet aanspreekbaar. De artsen vermoedden dat het een epileptische aanval was veroorzaakt door oude hersenbeschadigingen van een eerdere, kleine hersenbloeding. Ik bleef even bij hem en liep weg. Tot op de dag van vandaag denk ik dat hij toen mij heeft nog geprobeerd te roepen: hij stootte geluiden uit die op “Ies, ies” leken. Tot op dat dag van vandaag heb ik spijt dat ik niet terug ben gelopen maar doorliep naar mijn moeder en de artsen. Die vertelden ons dat ze mijn vader in coma zouden brengen zodat zijn lijf tot rust zou komen en de epileptische aanval zou stoppen. Dat gebeurde rond tien uur in de ochtend. Rond het middaguur werd die behandeling gestopt en zou mijn vader wakker moeten worden. Maar dat gebeurde niet. En niemand wist waarom.

Een paar dagen hebben we tussen hoop en vrees geleefd. Totdat dinsdag eind van de middag die hoop definitief werd weggenomen. Op de scan van die middag was te zien dat de hersenstamcellen van mijn vader waren afgestorven. Dat is bij hem zo geleidelijk aan gegaan (wat heel ongebruikelijk is) dat het nu pas zichtbaar op de scans was te zien. Normaal gesproken klap je in een keer neer en ben je weg. Ze vertelden ons dat ze de behandeling zouden stoppen. Maar dat wilden we niet zonder dat wij en andere belangrijke mensen afscheid van hem hadden genomen. Die avond en nacht bleven we als gezin bij hem en namen we omstebeurt afscheid van onze bijzondere vader. Zijn beste vriend uit de kerk kwam langs en zei tegen ons: “Het is goed zo. Hij heeft mij meer dan eens verteld dat hij vertrouwen dat hij bij de Hemelse Vader komt”. We wachten tot zijn allerbeste vriend, waar hij zijn hele leven avonturen mee had beleefd van jongs af aan, uit Engeland was overgekomen. Dominee Blenk, waar onze vader zo gek op was, kwam ook. We lazen uit de Bijbel, baden met elkaar en de machines gingen uit. Het leven vertrok meteen uit zijn lijf. Een van de zwaarste momenten uit mijn leven.

Trots op mijn roots

Mijn vader had veel hobbies. Een daarvan was met het huis bezig zijn. Wel in een compleet andere stijl dan die van ons: hij was van de klassieke Engelse inrichting. Met kerst toverde hij een grote mistletoe aan de eettafellamp. Hij had een wekelijkse kringlooproute en vond altijd de mooiste schatten. Een aantal daarvan vind je nog terug in ons huis, zoals de Thonet stoelen.

Toen ik in 2013 mijn instagramaccount aanmaakte, moest er natuurlijk een profielnaam worden ingevoerd. Omdat we toen net op de woonboot kwamen wonen aan de dijk waar ik opgroeide en het inetrieur van onze woonboot een Scandinavisck karakter kreeg, wilde ik daar iets mee doen in mijn naam. Meteen schoot in mijn gedachten dat in Scandinavische landen veel achternamen eindigen met ‘dotter’ of ‘ dottir’. Een uitdrukking voor ‘dochter’. Voila: daar vond ik mijn profielnaam. DIRKSdotter. Een ode aan onze vader. Toen later het blog erbij ontstond, was het natuurlijk logisch dat die dezelfde naam kreeg.

Nu zijn we bijna tien jaar verder. Missen doe ik hem natuurlijk nog steeds. Maar de scherpe randjes zijn er wel een beetje vanaf. Als ik de kids zo zie, vind ik het wel heel jammer dat ze hun gekke opa niet hebben gekend. Dat was een dolle boel met elkaar geweest!